In 2018 werd in de grensregio bijna 17 miljoen ton plantaardige reststromen geproduceerd, maar technische en regelgevende uitdagingen beperken momenteel waardevolle toepassingen. Door te streven naar continue toevoer en hoogwaardige verwerking van reststromen gedurende het hele jaar, wil het project ReJuice een efficiëntere benutting van deze hulpbronnen mogelijk maken.
Gebaseerd op eerdere resultaten van het project Grassification (Interreg 2 Zeeën), richt ReJuice zich op technisch haalbaarheidsonderzoek en de toepasbaarheid van de vloeibare gedeelte van groene reststromen. De sapstromen omvatten tot 40% van het totale gewicht en bevatten vaak veel hoogwaardige moleculen (nutriënten, agrochemicaliën of chemische bouwstenen), die gevaloriseerd kunnen worden. Door de volledige biomassa te benutten kan de verwaarding van groene reststromen efficiënter en hoogwaardiger, en dus duurzamer worden.
Het project heeft als belangrijkste doel om minstens drie duurzame en economisch interessante waardeketens te ontwikkelen voor het verwerken en hergebruiken van de vloeibare fractie uit groene reststromen. Het project focust niet alleen op bermmaaisel en gras maar ook andere veel voorkomende groene reststromen zoals tomatenstengels, preiafval, bloemstengels en eendenkroos. Dit betekent hergebruik (Re) van sapstromen (Juice), maar ook een efficiënter gebruik van grondstoffen (Rejuice = Reduce).
Subdoelen omvatten het ontwikkelen van een groene residukalender, optimaliseren van het raffinageproces en van kansrijke producten in verschillende toepassingsgebieden (namelijk alternatieve eiwitten, microalgen, biologisch afbreekbare plastics (PHA kunststof), bio-meststoffen en biogas), verbeteren van de logistiek, testen van fermentatietechnieken en het aanvragen van een end-of-waste status. ReJuice wil daarbij een brug slaan tussen kennisinstellingen, industrie, overheid en burgers, met co-creatieclusters en een adviesraad. De kansen voor circulaire en biogebaseerde economie, evenals het belang voor het bereiken van klimaatdoelstellingen, maken dit project van cruciaal belang voor zowel Vlaanderen als Nederland.